De omgevingsanalyse richt de blik naar buiten, op de omgeving waarbinnen je organisatie werkzaam is. Je gaat op zoek naar trends, transities en gebeurtenissen die een invloed kunnen hebben op jouw praktijk in de komende beleidsperiode.
Wat
Dit deel van de externe gegevensverzameling is een inventarisatie van de globale trends in de omgeving of de ruimere context met een invloed op de organisatie. Het kan nuttig zijn de omgevingsanalyse in drie niveaus te verdelen.
Het eerste niveau is het microniveau. Het zijn alle evoluties/tendensen die zich dicht bij en binnen de organisatie afspelen: in waarden en normen, onder de medewerkers, in aandacht voor thema’s/werkvormen, in de profielen van deelnemers/vrijwilligers, in samenwerkingsprojecten, innovatie enz. Normaal gezien zijn veel van deze gegevens al bovengekomen bij het opmaken van het organisatieprofiel en de interne gegevensverzameling. Met de werkvorm “Mijn en smidse” kan je tendensen en behoeften van de directe omgeving van je organisatie detecteren en selecteren.
Het mesoniveau gaat over alle evoluties/tendensen in de onmiddellijke omgeving van de organisatie met een direct effect op het succes en de resultaten van de werking. Dit zijn gegevens over:
- doelpubliek,
- concurrenten of ‘concullega’s’,
- veranderende samenstelling van de wijk,
- buurt- en burgerparticipatie,
- belangengroeperingen,
Het macroniveau gaat over alle evoluties/tendensen buiten de organisatie waarvan het effect op de organisatie even op zich laat wachten: het gaat dan om maatschappelijke tendensen op Vlaams, Belgisch, Europees of mondiaal niveau. Hoe verder de tendens zich van de organisatie bevindt, hoe moeilijker je ze naar de organisatie kunt vertalen. Anderzijds is het jeugdwerk nauw betrokken bij wat er gebeurt in de samenleving en zijn de grote maatschappelijke tendensen van belang voor het engagement binnen en rond de organisatie.
Hoewel het gebruik maken van geobjectiveerd materiaal zeer zinvol is bij het verzamelen van externe gegevens (bv. literatuur, wetenschappelijk onderzoek, jaarverslagen en rapporten …), willen we hier toch benadrukken dat het inventariseren van trends geen wetenschappelijke analyse hoeft te zijn. De diepgang van het inventariseren van trends is afhankelijk van de beschikbare tijd. Het doel is inzicht te krijgen in de omgeving waarin de organisatie zich bevindt, opdat men op basis van dat inzicht de beste keuzes zou kunnen maken. In deze fase van inventariseren onthoudt men zich nog van interpretatie. Interpretatie komt later in het planningsproces aan bod.
Methode
De te hanteren methode voor een sterke omgevingsanalyse hangt nauw samen met de bronnen die je selecteert om trends op het spoor te komen.
Om het planningsteam niet te overbelasten kan men een gesprek organiseren binnen de bestaande structuren van de organisatie, bv. het bestuur, de staf of het secretariaat. Men kan ook een specifiek gespreksgroepje uitnodigen met een aantal mensen van binnen en buiten de organisatie om enkele uren na te denken over vragen als: welke trends zien we in de omgeving van de organisatie? Welke trends zijn relevant voor haar toekomst? Welke ontwikkelingen verwacht men? Welke invloed zullen/kunnen zij hebben op de organisatie? Men vraagt de gespreksgroep ook een toegankelijk verslag te maken van haar bevindingen. Een grondige prospectie en selectie van gegevens uit de nabije omgeving kan je realiseren met de werkvorm “Mijn en smidse”.
Tijdens het gesprek concentreert men zich op twee aspecten: is een bepaalde trend relevant voor de organisatie? Hoe groot is de kans dat een trend zich voordoet/doorzet? De missie van de organisatie is een belangrijk criterium om een bepaalde trend als uitdaging te selecteren!
STEP? DESTEP?
In de literatuur komen verschillende letterwoorden voor die van nut kunnen zijn bij dit gesprek. STEP (soms ook PEST) is zo’n ezelsbruggetje.
- Sociologische trends: welke trends zien we bv. op het vlak van levensstijl, familiestructuren, demografie, attitudes ten opzichte van de gemeenschap, jongeren- of ouderencultuur, arbeidsethos…?
- Technologische trends: welke trends zien we bv. op het vlak van communicatiemogelijkheden, informatica, (sociaal-culturele) methodieken…?
- Economische trends: welke trends zien we bv. op het vlak van tewerkstelling, levensstandaard, arbeidskosten, de verhouding werk/vrije tijd…?
- Politieke trends: welke trends zien we bv. op het vlak van decreten, arbeidswetgeving, gezondheid en veiligheid, EU?
Andere gespreksmethodes voegen hier ecologische, sociaal-culturele en ethische trends aan toe. DESTEP voegt bijvoorbeeld ‘demografie’ en ‘ecologie’ toe aan STEP. Demografische trends gaan over vergrijzing, ontgroening (minder jongeren), gezinsverdunning (kleinere gezinnen, meer alleenstaanden)… Ecologie kijkt naar trends rond het ecologisch bewustzijn (aandacht voor duurzaamheid), de beschikbare groene ruimte…
De keuze voor een bepaalde reeks thema’s hangt ook af van de aard van de organisatie. Een vereniging die werkt rond milieuthema’s zal eerder aandacht geven aan het ecologische aspect, een vereniging participatie en informatie zal zich eerder op technologische trends richten. De organisatie kiest een aanpak die voor haar het meest relevant is.
Het is best mogelijk dat de categorieën op bepaalde punten overlappen, wat geen probleem is. Van belang is dat ze genoeg aanknopingspunten bieden om het gesprek voldoende diepgang en breedte te geven.
Transities en de Omgevings-wijzer
Maatschappelijke trends op het macro- en mesoniveau vertalen naar het microniveau van de eigen organisatie is niet evident. Werken met ‘transitiegebieden’ kan daarbij helpen. Bepaal welke maatschappelijke transities of systeemveranderingen voor de eigen organisatie wezenlijk of prioritair zijn. Toets dat aan de missie en ga na welke omgevingsveranderingen binnen die transitiegebieden zich in de onmiddellijke nabijheid van de organisatie voordoen. Denk bijvoorbeeld aan de duurzaamheidstransitie waarin we maatschappelijk willens nillens terechtkomen: wat betekent dit voor de werking van de organisatie (missie, publiek enz.)?
Transitiegebieden kunnen zijn: globalisering, technologische veranderingen, demografische veranderingen (vergrijzing, migratie), zorg, mobiliteit, arbeid, gender enz.).
Er zijn nog andere inspirerende werkwijzen om de plaats van de organisatie in de trends en veranderingen van de samenleving te bepalen: scenariodenken, future search, enz. Ze passeren de revue in deel ‘Werkvormen’ van deze Toolbox.
Inspiratie nodig voor jouw omgevingsanalyse?
Met De Ambrassade schreven we een artikel waarmee we jeugdwerkorganisaties op weg zetten met de omgevingsanalyse. We verwijzen door naar enkele nuttige bronnen en geven enkele tendensen mee zoals de vijf uitdagingen van ons congres #Jeugdwerkwerkt, de mogelijke prioriteiten van het JKP (Jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan) en een trendstudie over de sociaal-culturele sector die we in het verleden lieten maken.
Op onze jeugdwerktweedaagse van mei 2019 nodigden we ook verschillende sprekers uit om hun visie op de toekomst, trends en evoluties te pitchen die impact zullen hebben op jeugdwerkorganisaties. We hebben deze jeugdwerktalks uitgeschreven in 10 artikels. Je kan ze gebruiken om op jouw stuurgroep beleidsnota te bespreken of met behulp van de reflectievragen, waar elk artikel mee eindigt, te discussiëren met de medewerkers van je organisatie om na te gaan wat dit thema betekent voor jouw organisatie.
Ga naar ons het artikel op de website van De Ambrassade
Zet de blik naar buiten. Inspiratie voor jouw omgevingsanalyse 2022-2025.