Beleidsplanning

Handleiding strategische planning voor jeugd- en volwassenenwerk

  • Start
  • Werkwijze
    • Jeugdwerk
    • Sociaal-cultureel werk
  • Werkvormen
  • Bronnen
  • Contact

5.1 Strategische (of algemene) doelen

De strategische of algemene doelstellingen volgen uit de beleidskeuzes. Ze zijn een concretere vertaling van die keuzes en antwoorden op de vraag: “Wat zal de organisatie aan het einde van de komende beleidsperiode bereikt hebben?” De doelstellingen worden daarom het best retrospectief geformuleerd, alsof de organisatie al aan het einde van de beleidsperiode staat en terugkijkt op haar verwezenlijkingen.

Een strategische of algemene doelstelling voldoet aan de volgende criteria:

  • De doelstelling hangt nauw samen met de missie en de visie.
  • Ze heeft een aantoonbare link met de conclusies uit de gegevensanalyse (SWOART, SWOT, enz.) en de beleidskeuzes.
  • De doelstelling verwezenlijken, vereist interventies op meerdere niveaus en/of onderdelen van de organisatie.
  • De realisatie neemt meerdere jaren (± de beleidsperiode) in beslag.

Het formuleren van algemene of strategische doelstellingen is een kerntaak van het planningsteam. De ervaring leert dat dit het vlotst werkt wanneer iemand uit het planningsteam een voorbereiding maakt voor de verwoording van deze doelstellingen.

Gezien de duur van een beleidsperiode (vijf jaar) is het moeilijk en weinig zinvol strategische of algemene doelstellingen SMART (Specifiek, Meet- of toetsbaar, Attractief en aanvaard, Realistisch, Tijdsgebonden) te formuleren. Er zijn te veel onvoorspelbare factoren die in die periode kunnen veranderen om de uitkomst van de interventies zo precies te formuleren. Toch kan dit principe helpen bij het overwegen van de geschikte verwoording.

Je vertaalt een beleidskeuze in een algemene doelstelling door ze te omschrijven als de gewenste resultaten (= output, outcome) van de activiteiten en initiatieven die in die beleidsperiode op touw worden gezet. Hou rekening met de scope voor impactgedreven werken die je eerder hebt gemaakt. Gebruik die scope bij het operationaliseren van de strategische doelen.

Hoe en hoeveel strategische doelstellingen?

  • Strategische doelstellingen leggen de focus op het DOEL, niet op de MIDDELEN.
  • Ze vertellen op een algemeen niveau hoe je naar de realisatie van de missie in de volgende beleidsperiode zal toewerken.
  • Ze zijn retrospectief geformuleerd vanuit de toekomst, alsof de doelstellingen al gerealiseerd zijn.
  • Maak gebruik van indicatoren: SMART of START (Meetbaar of Toetsbaar). We spreken van “START SMART”.
  • Zij zijn de basis van het beleid en dienen als referentiekader voor het dagelijkse werk.
  • Ze vormen de toetssteen bij de voortgangsrapportage.
  • Hou er rekening mee dat dit alles binnen de decretale kijk op organisaties moet gebeuren (functies, rollen, vrije tijd, …).

Het planningsteam legt de strategische doelstellingen vast en stelt ze voor aan de raad van bestuur. Ook prioritaire stakeholders kan je je voorstellen laten bekijken. Inspraak van stafleden en andere stakeholders kan de gedragenheid van het beleidsplan alleen maar verhogen. Op basis van hun input kunnen doelstellingen eventueel nog bijgesteld worden. Het is aan te bevelen de doelstellingen in deze fase toe te lichten vanuit de beleidskeuzes en het proces dat daartoe aanleiding heeft gegeven.

Wat is het optimale aantal strategische doelen? Wat kan de organisatie aan? Hoeveel operationele doelen zullen de strategische doelen genereren? De ervaring leert dat – afhankelijk van grootte en slagkracht van je organisatie – het optimale aantal strategische doelen tussen drie en tien ligt.

Voorbeeld: zie onder 5.3

FASE 5 – OPMAKEN DOELENKADER
5.2 Operationele doelen

Werkwijze volwassenenwerk

0 - Voorbereiding

  • DE VOORBEREIDING
  • 0.1 Waarom een beleidsplan?
  • 0.2 Wie?
  • 0.3 Procesmatig
  • 0.4 Het draagvlak

1 – Het planningsproces opstarten

  • FASE 1 – HET PLANNINGSPROCES OPSTARTEN
  • 1.1 Het bestuur beslist
  • 1.2 Informeren en betrekken van stakeholders

2 - Verhouden op maatschappelijke context

  • FASE 2 – VERHOUDEN OP MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT
  • 2.1 Maatschappelijke contextanalyse
  • 2.2 Formuleren van missie en visie
  • 2.3 Gewenste impact
  • 2.4 Rollen en functies invullen

3 - Gegevens verzamelen

  • FASE 3 – GEGEVENS VERZAMELEN
  • 3.1 Stakeholdermapping en bevraging
  • 3.2 Organisatieprofiel
  • 3.3 Zelfevaluatie
  • 3.4 Actuele kerngegevens
  • 3.5 De gegevensverwerking

4 - Van beleidsuitdagingen naar beleidskeuzes

  • FASE 4 – VAN BELEIDSUITDAGINGEN NAAR BELEIDSKEUZES
  • 4.1 SWOART
  • 4.2 Beleidsuitdagingen
  • 4.3 Beleidsopties
  • 4.4 Beleidskeuzes

5 - Opmaken doelenkader

  • FASE 5 – OPMAKEN DOELENKADER
  • 5.1 Strategische (of algemene) doelen
  • 5.2 Operationele doelen
  • 5.3 Indicatoren
  • 5.4 Doelstellingen realiseren aan de hand van acties
  • 5.5 Check met missie en visie

6 - Zakelijke planning en beleidsvoering

  • FASE 6 – ZAKELIJK PLANNING EN BEDRIJFSVOERING
  • 6.1 Geïntegreerd zakelijk, kwaliteits- en financieel meerjarenbeleid en de afstemming met het inhoudelijk beleidsplan
  • 6.2 Goed bestuur
  • 6.3 Uitwerken van het zakelijk deel en afstemmen met het inhoudelijke luik: RADAR

7 - Redactie beleidsplan en input subsidiedossier

  • FASE 7 – REDACTIE BELEIDSPLAN, INPUT SUBSIDIEDOSSIER
  • 7.1 Beleidsplan als werkinstrument
  • 7.2 Managementsamenvatting
  • 7.3 Plan van aanpak

8 - Uitvoeren

  • FASE 8 – UITVOEREN
  • 8.1 Jaarprogramma’s
  • 8.2 Rapportering
  • 8.3 Uitdragen naar stakeholders
socius.be
Steunpunt Sociaal-cultureel werk vzw
Sainctelettesquare 19
1000 Brussel
www.socius.be
Disclaimer
de ambrassade
Leopoldstraat 25
1000 Brussel
www.ambrassade.be
Licentie Creative Commons
De inhoud van deze website wordt in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 2.0 België-licentie. Vermeld bij overname van teksten een link naar de oorspronkelijke pagina.
met de steun van de Vlaamse Gemeenschap