Nadat we de gegevens uit fase 2 van het planningsproces via de SWOART hebben verwerkt tot beleidsuitdagingen, we een set beleidsopties hebben gekozen en bekeken hebben hoe we dit impactgedreven kunnen aanpakken, vertalen we dit alles in doelstellingen.
“A goal is a dream with a deadline”
Deze fase is het kloppend hart van het planningsproces. Terwijl maatschappelijke contextanalyse en de missie een rode draad door het beleidsplan trekken, de gegevensverzameling het uitgangspunt vormt en de interpretatie van de gegevens de keuzes helpt bepalen, zijn de doelstellingen de eerste link met het concrete werk. Ze leggen de basis voor het reële beleid en het dagelijks werk. Ze bieden een richtinggevend referentiekader.
De doelstellingen zijn geen beschrijving van ‘hoe’ de organisatie zal werken in de komende beleidsperiode. Je kan ze dus niet formuleren in termen van acties en/of middelen. Ze beschrijven wel wat de organisatie wil/kan/zal bereiken in de komende beleidsperiode. Niet het ‘hoe’ staat centraal, wel het resultaatgerichte ‘wat’:“Een doelstelling is een formulering van een gewenste situatie of verandering, gepreciseerd met gewenste effecten en/of gewenste output, outcome en impact.”