Inzetbaar bij
- Interpreteren van de gegevens uit fase 3 van het beleidsplanningsproces
- Omgevingsanalyse
- Formuleren van uitdagingen en beleidsopties
- Formuleren van operationele doelen en acties
Beschrijving
Deze werkvorm kun je gebruiken om de externe gegevensverzameling te interpreteren en toe te passen op de eigen werking.
Uit de voorzet van omgevingsanalyse komen er zes transitiegebieden naar boven maar je kan er zelf aan toevoegen:
- Welke ontwikkelingen binnen SAMEN-LEVEN zijn bepalend voor jouw organisatie?
- Welke ontwikkelingen binnen VERENIGEN & PARTICIPEREN zijn bepalend voor jouw organisatie?
- Welke ontwikkelingen binnen LEREN zijn bepalend voor jouw organisatie?
- Welke ontwikkelingen binnen RUIMTE zijn bepalend voor jouw organisatie?
- Welke ontwikkelingen binnen MIDDENVELD-OVERHEID-MARKT-BURGER zijn bepalend voor jouw organisatie?
- Welke ontwikkelingen binnen (VRIJE)TIJD zijn bepalend voor jouw organisatie?
Een transitiegebied kan je omschrijven als een inhoudelijk domein waarbinnen er zich maatschappelijke ontwikkelingen voordoen die van belang zijn voor het werk van jouw organisatie.
We stellen twee werkwijzen voor om dit aan te pakken:
- Zes matrices om in te vullen (Excel werkbladen) na overleg en discussie.
- Een variatie op de KanDoe cirkel met kaartjes.
Werkwijze
Matrices (Excel werkbladen hier downloaden)
- Kies een transitiegebied
- Bepaal daarbinnen een belangrijke ontwikkeling (de linkerkolom in de matrix)
- Bepaal je positie en verhouding tot die ontwikkeling
- Bepaal die kenmerken van je organisatie die daar door gevat worden (doel – doelgroep – inhoud – vorm – organisatie)
- Welke interventies of acties kun je daaraan verbinden? Welke werkingsuitdagingen betekenen ze voor de organisatie?
(Noot: De scan werkvelden gebruiken we bij interne gegevensverzameling en de situering van de eigen organisatie in het werkveld: sterk, zwak, conform aspiraties.)
Stappen
1. Gebruik (lees) de tekst ‘Toekomstverkenning’.
2. Ga over naar de teksten van de 6 transitiegebieden.
3. Toets af of deze voor jouw organisatie/missie/eigen thema’s valide zijn. Indien niet, formuleer bijkomend(e) transitiegebied(en).
4. Bekijk de resultaten van de (externe) stakeholdersbevraging
1ste KanDoe
5. Gebruik de KanDoe om te prioritiseren.
6. Voorzie evenveel pakketjes met kaartjes (ontwikkelingen uit de matrices en stakeholdersinput) als er deelnemers zijn.
7. Ieder neemt zijn/haar kaartjes door en kiest er een achttal uit waarvan hij/zij vindt dat die prioritair zijn en rekening houdend met resultaten van de stakeholdersbevraging.
8. Ze worden op de buitenste ring gelegd.
9. In het uitwisselingsgesprek wordt toegelicht waarom men deze kaartjes koos. Ze worden samengelegd, desgevallend geclusterd en een ring hoger gelegd, enz.
10. Het aantal rondes (van kring veranderen) hangt af van hoe vlot men tot prioriteiten komt.
11. De centrale ligging bepaalt de prioritaire keuzes.
12. Nu pas wordt gekeken welke van de transitiegebieden prioritair zijn.
13. De prioritaire kaartjes worden genoteerd (neem eventueel een foto).
14. Interpreteer in gespreksronde: zijn dit kansen of bedreigingen, hangt het samen met de resultaten die we willen neerzetten of niet.
15. Neem de gekozen kaarjes mee naar de SWOT/SOAR/SWO-ART analyse om de uitdagingen te formuleren.
2de KanDoe
16. Nadat de strategische doelen zijn geformuleerd, bij het zoeken naar operationalisering, nemen we de opzij gelegde kaartjes (prioritaire ontwikkelingen) terug.
17. We kijken naar de bijhorende transitiegebieden en de ontwikkelingen die op de kaartjes (of transitiematrices) geformuleerd zijn.
18. We herlezen de geformuleerde strategische doelen.
19. Per strategisch doel en met de opzij gelegde kaartjes bekijken we de mogelijke gevolgen of consequenties voor onze werking met de KanDoe. (In evenveel sessies als er strategische doelen zijn)
20. We verdelen de KanDoe in 2 segmenten: (1) als praktische/utilitaire insteek, (2) als te thematiseren.
21. Zorg dat voor iedere deelnemer de weerhouden kaartjes beschikbaar zijn.
22. Ieder legt de kaartjes in één van de segmenten.
23. Toelichten aan elkaar in de eerste ronde.
24. Herschik.
25. Tweede ronde met de vraag: wat betekent dit voor wat we zullen doen in onze werking. Toets dit aan: doeloriëntatie, doelgroep, inhoud, vorm, organisatie (bovenste rij in de transitiematrices) en probeer tot ongeveer 5 ‘interventies’ te komen per strategisch doel. Schrijf deze op lege kaartjes.
26. Derde ronde: bespreek welke interventies eerder operationele doelen zijn en welke eerder acties.
27. Schuif de operationele doelen een ring naar boven.
28. Doe dit per geformuleerd strategisch doel.
29. Vat samen in een overzicht en kijk welke acties je kan meenemen bij de doelen.
Deze tweede KanDoe ter operationalisering van de strategische doelen is ter aanvulling van de andere werkwijzen om operationele doelen te formuleren.
Benodigdheden
- Documenten (Toekomstverkenning, Scan werkveld, transitiegebieden, transitiematrices, resultaten externe stakeholdersbevraging)
- Kaartjes met tekst (ontwikkelingen uit de zes transitiematrices)
- KanDoe schijf
- De kaartjes (eventueel aangevuld met tendensen en ontwikkelingen specifiek voor jouw organisatie). Wanneer je alle ontwikkelingen van de matrices gebruikt, kom je aan een zeventigtal kaartjes. Je kan ze hier downloaden.
- Kaartjes met de belangrijkste bevindingen uit de externe stakeholdersbevraging
- Lege kaartjes
- Stiften
Bron & meer informatie