Beleidsplanning

Handleiding strategische planning voor jeugd- en volwassenenwerk

  • Start
  • Werkwijze
    • Jeugdwerk
    • Sociaal-cultureel werk
  • Werkvormen
  • Bronnen
  • Contact

2.3 Gewenste impact

Zal je de effecten die je wil realiseren, bereiken en hoe kom je tot een goede omschrijving van dat resultaat? De effecten die zich op lange termijn en als gevolg van jouw praktijk voordoen, zijn je impact. Hoe scherper je je doelen bepaalt en hoe beter je je praktijk vooraf plant, des te makkelijker achterhaal je de impact ervan. Dat helpt om je organisatie en je praktijken te ontwikkelen, je te legitimeren bij je stakeholders en je te verantwoorden bij de subsidiërende overheid.

‘Impactgedreven plannen, werken en evalueren’ staat niet letterlijk in het nieuwe decreet. Maar de onderliggende filosofie is ervan doordrongen. De beoordelings- en evaluatiecriteria van het decreet stimuleren je om je beleidsplan vanuit een impactgedreven perspectief te ontwikkelen.

Dat perspectief laat je toe om context, doelstellingen, input, activiteiten, output, outcome en impact vooraf op een expliciete, logische en verantwoorde wijze met elkaar te verbinden in je beleidsplan. Het helpt je om systematisch gegevens te verzamelen en daarover samenhangend te rapporteren. Zo verhoud je je tot heel wat beoordelings- en evaluatiecriteria uit het nieuwe decreet.

Ook al laat het decreet veel vrijheid aan civiele actoren om uit te maken welke impact ze beogen, toch bepaalt het de grote lijnen van de na te streven effecten:

  • sociaal-culturele participatie
  • emancipatie van mensen en groepen
  • gedeeld burgerschap
  • dialoog tussen mensen en groepen van mensen
  • publiek gemaakte gedeelde samenlevingsvraagstukken en een werkend antwoord hierop
  • een sterkere democratische, duurzame, inclusieve en solidaire samenleving

Ook over de wijze waarop je deze effecten haalt, zet het decreet krijtlijnen uit:

  • in de vrije tijd van volwassenen
  • op basis van drie rollen en een functiemix
  • inclusief en/of categoriaal
  • vanuit een civiel perspectief
  • met respect voor een gemeenschappelijke sokkel van waarden, fundamentele rechten en vrijheden
  • met relevantie en uitstraling voor Vlaanderen – al dan niet ook Brussel of voor sociaal-culturele volwassenenorganisaties met een werking in een afgebakend gebied: per regio of voor meerdere regio’s samen (de 13 regio’s worden gedefinieerd in het decreet).

Drie invalshoeken

We kunnen impact benaderen vanuit drie invalshoeken.

  • Attributie: impact is het langetermijneffect van één specifieke praktijk. Dit is zeer zelden te realiseren in het kader van sociaal-culturele praktijken. Het gaat dan om eenduidige en goed omschreven interventies, bijvoorbeeld een gestandaardiseerde cursus (zelfde timing, zelfde presentatie, zelfde syllabus, zelfde cursusgever, …) waarbij er controle is over de randvoorwaarden. Je cursus gaat door in een gelijkaardige omgeving, onder gelijkaardige omstandigheden (in een leslokaal, met een gelijkwaardige groep deelnemers, …) en loopt over een periode waarin weinig of gelijke invloed van de actualiteit op de cursus uitgaat. Er moet gewerkt worden met een voldoende aantal onderzoekseenheden (bv. cursisten) om met een steekproef te kunnen werken. In het decreet is geen sprake van attributie.
  • Contributie: het decreet bepaalt in grote lijnen waar sociaal-culturele volwassenenorganisaties moeten aan bijdragen. ‘Bijdrage’ wijst op een contributiebenadering van impact. Dat is een benadering op maat van veel sociaal-culturele praktijken. Zeker van praktijken die een maatschappelijke verandering beogen. ‘Bijdrage’ houdt ook rekening met andere dynamieken die de beoogde verandering mee beïnvloeden. Die dynamieken gaan niet allemaal dezelfde richting uit. Sommige sociaal-culturele praktijken roeien tegen de stroom in. Impact is hier het langetermijneffect waartoe een praktijk bijdraagt. Het is hier onmogelijk om éénduidige oorzaak-gevolg relaties bloot te leggen.
  • Waarde: niet alle sociaal-culturele praktijken beogen een vooraf bepaald effect. De praktijk zelf kan immers ook een doel op zich zijn. Zo brengen sociaal-cultureel werkers uit verenigingen wel eens mensen samen zonder daar een doel of ambitie aan te verbinden. Samen wandelen is bijvoorbeeld ook waardevol op zich. Daarom wijzen we hier ook graag op de waardebenadering van impact. De waarde en betekenis die deelnemers zelf geven aan praktijken is dan de impact. Het decreet biedt minder expliciete aanknopingspunten met waarde – dan met contributie – als benadering van impact. Activiteiten die op zichzelf waardevol zijn voor een democratische, duurzame, solidaire en inclusieve samenleving vallen mits een goede duiding van die waarde in principe wel binnen de opdracht van het decreet.

Scoop

Je organisatie of een volledig beleidsplan als scoop nemen voor impactevaluatie ligt niet voor de hand. Je kan daarom beter een haalbare scoop bepalen:

  • focus bij beoogde effecten als emancipatie van mensen en groepen en versterking van een democratische, duurzame, inclusieve en solidaire samenleving op specifieke tussendoelen
  • focus op cruciale acties en doelen uit je beleidsplan
  • focus op één activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten (in lijn met één operationeel of strategisch doel)
  • breidt de bestaande focus (= input, activiteiten, output) eerst uit met outcome en in een volgende stap met impact
  • focus op een haalbare reikwijdte (buurt, gemeente, streek, regio, Vlaanderen,…)
2.2 Formuleren van missie en visie
2.4 Rollen en functies invullen

Werkwijze volwassenenwerk

0 - Voorbereiding

  • DE VOORBEREIDING
  • 0.1 Waarom een beleidsplan?
  • 0.2 Wie?
  • 0.3 Procesmatig
  • 0.4 Het draagvlak

1 – Het planningsproces opstarten

  • FASE 1 – HET PLANNINGSPROCES OPSTARTEN
  • 1.1 Het bestuur beslist
  • 1.2 Informeren en betrekken van stakeholders

2 - Verhouden op maatschappelijke context

  • FASE 2 – VERHOUDEN OP MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT
  • 2.1 Maatschappelijke contextanalyse
  • 2.2 Formuleren van missie en visie
  • 2.3 Gewenste impact
  • 2.4 Rollen en functies invullen

3 - Gegevens verzamelen

  • FASE 3 – GEGEVENS VERZAMELEN
  • 3.1 Stakeholdermapping en bevraging
  • 3.2 Organisatieprofiel
  • 3.3 Zelfevaluatie
  • 3.4 Actuele kerngegevens
  • 3.5 De gegevensverwerking

4 - Van beleidsuitdagingen naar beleidskeuzes

  • FASE 4 – VAN BELEIDSUITDAGINGEN NAAR BELEIDSKEUZES
  • 4.1 SWOART
  • 4.2 Beleidsuitdagingen
  • 4.3 Beleidsopties
  • 4.4 Beleidskeuzes

5 - Opmaken doelenkader

  • FASE 5 – OPMAKEN DOELENKADER
  • 5.1 Strategische (of algemene) doelen
  • 5.2 Operationele doelen
  • 5.3 Indicatoren
  • 5.4 Doelstellingen realiseren aan de hand van acties
  • 5.5 Check met missie en visie

6 - Zakelijke planning en beleidsvoering

  • FASE 6 – ZAKELIJK PLANNING EN BEDRIJFSVOERING
  • 6.1 Geïntegreerd zakelijk, kwaliteits- en financieel meerjarenbeleid en de afstemming met het inhoudelijk beleidsplan
  • 6.2 Goed bestuur
  • 6.3 Uitwerken van het zakelijk deel en afstemmen met het inhoudelijke luik: RADAR

7 - Redactie beleidsplan en input subsidiedossier

  • FASE 7 – REDACTIE BELEIDSPLAN, INPUT SUBSIDIEDOSSIER
  • 7.1 Beleidsplan als werkinstrument
  • 7.2 Managementsamenvatting
  • 7.3 Plan van aanpak

8 - Uitvoeren

  • FASE 8 – UITVOEREN
  • 8.1 Jaarprogramma’s
  • 8.2 Rapportering
  • 8.3 Uitdragen naar stakeholders
socius.be
Steunpunt Sociaal-cultureel werk vzw
Sainctelettesquare 19
1000 Brussel
www.socius.be
Disclaimer
de ambrassade
Leopoldstraat 25
1000 Brussel
www.ambrassade.be
Licentie Creative Commons
De inhoud van deze website wordt in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 2.0 België-licentie. Vermeld bij overname van teksten een link naar de oorspronkelijke pagina.
met de steun van de Vlaamse Gemeenschap